zaterdag, juli 31

De zege van de Feniks



Het was al sinds donderdagavond dat ik wat van Wim had gehoord. Helaas gaat de accu van een mobieltje niet de volle 6 dagen mee, vooral als je constant gebeld wordt. Ik ontving alleen vrijdagmorgen een kort telefoontje waarin Wim vertelde dat ze niet meer konden bellen. Dus gisteren weinig contact met Wim gehad. Maar ik had het gisteren vrij druk. Al een tijdje maakt onze auto behoorlijk lawaai. Ik dacht dat het de uitlaat was, dus maakte ik mij op voor een ritje naar de Kwik Fit, maar eerst moest ik even mijn broer ophalen voor de boodschappen die we moesten halen. Wij zouden die avond gaan BBQ-en. Nu heb ik totaal geen verstand van auto’s, maar mijn broer lachte mij vierkant uit toen ik vertelde dat mijn uitlaat kapot was. Volgens hem waren mijn achterlagers niet goed dus in de middag heeft hij even naar mijn auto gekeken en inderdaad, er zat speling in de lagers. Dus ik kreeg een briefje mee wat ik moest halen bij de autospecialist en hij zou de lagers er dan zondag inzetten. Ik dus naar die winkel met het briefje. De man achter de balie zette zijn bril op het puntje van zijn neus, las het briefje en haalde een doosje van achteren. “Dat is dan 54 euro 20” zei hij. Terwijl ik naar mijn geld graaide, haalde hij het ding uit de verpakking en liet hem mij zien. Tja, daar lag het, het was een rond ding. Hij had mij net zo goed een onderdeel van een koffiezetapparaat kunnen laten zien en dan had ik nog net zo meegaand geknikt.

De BBQ was lekker die avond, al waren de honden vrij vervelend en vonden het erg prettig de net geplante bloemetjes met veel geweld weer uit te graven. Dit vond mijn schoonzusje niet zo leuk en haalde om de haverklap de honden weg bij het perkje, maar die maakte er een spelletje van om zo snel mogelijk terug te keren en lekker verder te gaan. Het eten was heerlijk, maar binnen de kortste keren zat ik bomvol. Om 21.30 belde Paula, die bleef bij mij slapen omdat we zaterdag om 08.00 op weg moesten om Wim en Jacob binnen te halen. We moesten namelijk eerst nog een pitstop maken om Sjoukje, Jacob’s vrouw op te halen. Alles verliep voorspoedig en om 11.30 waren wij bij de finish-plek. Gelukkig waren Wim en Jacob nog niet gearriveerd. We liepen naar de Zeedijk waar we een goed uitzicht hadden op de route en konden een eind in de verte kijken. Na een kleine 10 minuten zagen we ze aankomen. Het liefst was ik naar beneden gerend en huilend in zijn armen gevallen. Je kent het wel, net zoals in die romantische films: in slow motion en dan elkaar zoenend en huilend in de armen vallen terwijl de hele wereld om ons heen lijkt te draaien. Maar hee! Een Jef heeft ook zijn trots, dus uiterlijk zeer rustig liepen Sjoukje en ik hen tegemoet, terwijl Paula besloot een fotoreportage van ons te maken. Toen ik dichtbij kwam zag ik dat Wim op blote voeten liep. Op de weg naar de finish vertelde hij het hele verhaal.

Donderdag ging de tocht van Egmond aan Zee naar Callantsoog. Het was weer een behoorlijke tocht maar bij de zeewering bij Petten ging het mis. Wim kreeg heel erge last van zijn voeten en kon niet meer. Hij trok zijn sokken en schoenen uit en zag dat er naast het doorzichtige blaarvocht ook geel-groen pus uitkwam. Tranen sprongen in Wim’s ogen. Zijn wandeltocht en martelgang leek toch ten einde te komen bij Petten. Zo’n moment kan behoorlijk emotioneel zijn, vooral als men zo dicht voor finish moet stoppen. Zijn teen zag er niet goed uit. Dus werd er door de kustwacht een taxi voor hem gebeld die hem naar een huisarts bracht. Deze maakte de wond schoon en knipte het losse vel weg. Wim mocht weer verder lopen als hij wou maar dan moest hij wel op blote voeten lopen. Op dat moment kwam er een speciaal gevoel over hem heen, hij voelde zich herboren zoals een Feniks herboren wordt uit de as. Lopen zal hij en het einde zou hij halen. En dat heeft hij dus gedaan. Anderhalve dag heeft Wim dus op blote voeten gelopen, over de weg en langs het strand. En zo liep hij dus ook door de finish, op blote voeten en met geheven hoofd. Opvallend was dat veel mensen Wim ondertussen konden en hij bekend stond als de blarenman. Natuurlijk kreeg hij veel complimentjes en ik was reuze trots op hem.

Ondertussen zijn we net thuis en Wim heeft een heerlijk lang bad genomen, die heeft hij verdiend en ik ga nu een lekkere entrecote met krieltjes en salade voor hem maken. Ons huis is nu weer compleet.

vrijdag, juli 30

Terug naar de kust



Oh nee he, ik hoor het jullie al denken. Alweer een log die in het teken staat van de Strand Zesdaagse. Ja jongens (en meisjes), ik kan er niks aan doen maar deze week heb ik een innige relatie met de kust. Gisteren was het weer tijd om bij Wim op bezoek te gaan. Ze zouden hun tentje opslaan in Egmond aan Zee. Dat is dichtbij waar Jelly woont, dus Jelly gebeld of ze zin had om mee te gaan. Daar had ze wel oren naar. Dus om half vier richting Jelly vertrokken. Ik zou even bij haar in de buurt boodschappen doen want Wim had gevraagd om broodjes en nieuw beltegoed. Bij de Albert Heyn moest ik trouwens de colporteurs van Tele2 nog van mij afslaan. Er kwam namelijk iemand vriendelijk lachend op mij af. En in mijn hoofd begonnen allerlei raders in werking te treden. “Wie was die man?” “Ken ik hem?” “Misschien een oude collega?” “Hij ziet eruit als iemand van de bewaker.” “Waarom komt die nu vriendelijk lachend op mij af?” Pas toen hij vroeg of ik al via Tele2 belde, kon ik gerust ademhalen. Ik werd niet dement en de goede man kon ik ook niet. “Ik bel al via Tele2” (Ik bel echt via Tele2) riep ik opgewekt, ervan overtuigend dat daar mee de kous af was. Mis. Want dit soort colporteurs laat zich niet makkelijk afschepen: “Maar belt u ook mobiel al via Tele2?”. Shit, die was ik even vergeten. Iets uit het veld geslagen stamelde ik “Nee” en begon mijn pas te versnellen. Achter mij hoorde ik hem nog proberen “Ja maar dan krijgt u een gratis mobiel en…” “Sorry geen intresse” zei ik en maakte mij uit de voeten. Daar was ik weer goed vanaf gekomen. Sinds kort durf ik nee te verkopen, maar heb daar soms nog moeite mee. Maar ik was trots op mijzelf dat ik de test heb doorstaan. Tijd om naar Jelly te gaan.

Jelly woont aan de rand van het winkelcentrum en schuin tegenover de Aldi. Ik zag haar op het balkon al lekker genieten van de zon en een boek. Ze zag mij en wilde al naar beneden lopen om de deur te openen. “Wacht maar even, ik moet nog even naar de Aldi” riep ik haar toe en dook de Aldi in. Dom dom Jefje, je weet toch dat de Aldi het woord “even” niet kent. Ik had slechts die blauwe flesjes met isotone dorstlessers light en een pakje cheddar-kaas nodig. Maar toen ik bij de kassa kwam sloeg de schrik om mijn hart. Slechts een kassa was geopend en er stond een enorme rij te wachten. Er zat dus niks anders op dan aan te sluiten. Achter de kassa zat een wat asociale type met lang haar. Ze zat er duidelijk niet voor haar lol, dat was duidelijk aan haar gezicht te zien. Ook haalde ze tergend langzaam de producten over de scanner. Waar is de tijd gebleven dat er van die snelle kassiers achter de kassa bij de Aldi zaten, die razend snel de productcode’s intypte? Ik stond dus al een kwartier in de rij en was nog niet aan de beurt. Ik keek achter mij en zag dat de rij nog verder gegroeid was. De dame achter mij werd ongeduldig en sprak een medewerkerster aan die langs liep. “Kan er misschien nog een kassa open?” “Nee, wij gaan eten” klonk het antwoord gepikeerd. Kortom, na ruim 20 minuten wachten stond ik eindelijk weer buiten.

Het bezoek bij Jelly werd dus automatisch een bliksembezoekje. Ze had heerlijke taco’s met een lekkere salade gemaakt, dus voldaan met een vol buikje vertrokken wij naar Egmond aan Zee. We reden er in een keer naartoe want je hoeft alleen maar het spoor van de lopers te volgen en voilla… Maar dan is het nog een opgave om Wim en Jacob te vinden in zo’n groot tentenkamp. Lang leve de GSM. Even was er nog verwarring over de plek waar wij stonden. Maar toen zag ik ze in de verte al zwaaien. Ze hadden net hun eten gehaald en waren op de terugweg naar hun tent. Jelly en ik erachter aan. Natuurlijk was het weer slalommen en oppassen voor de scheerlijnen. Bij de tent keken wij toe hoe de heren lekker van hun avondeten genoten: Bloemkool met een papje, aardappeltjes, 2 saucijsjes en een appel toe. Het zag er goed uit. Terwijl Wim lekker van zijn eten smikkelde had ik tijd om hem eens goed te observeren. (Jef gaat in verliefdheids-modus….) Wat zag hij er heerlijk uit… Zijn huid was mooi gebruind en zijn blauw-groene ogen glinsterde. Hij was wat kilootjes afgevallen en had een lekker strakke kaaklijn met daarop een baard van 1 – 2 dagen. Het was dat we daar niet alleen waren anders had ik hem meteen besprongen. Natuurlijk kregen we de verhalen van de dag te horen. Het bleek dat Jacob en Wim veel te fanatiek liepen, zonder veel te rusten en alleen hun brood in de duinen of op een zanheuveltje aten. Pas gisteren kwamen ze erachter dat de rest onderweg af en toe stopte in strandtentjes. Dat hebben ze toen ook maar gedaan. Wim had gisteren wat moeite om in het looptempo te komen. Vindt je het gek als je voeten helemaal zijn ingetaped. Maar goed, ze hebben weer een dag overwonnen. Jacob haalde mij nog even apart en op samenzweerderig toon vertelde hij dat ik op moest passen en dat ik concurrentie had. Ik keek een beetje rond en zag inderdaad genoeg lekkers rond lopen. Maar al snel bleek dat Jacob het had over de EHBO-medewerkerster waar Wim een innige relatie mee had gekweekt. Uren zat hij daar binnen, zogenaamd om zijn blaren door te laten prikken. Maar ondertussen konden de twee het zeer goed vinden en hij heeft zelfs thee voor haar gehaald. Zou het kunnen? Is Wim genezen? Is een EHBO-zustertje met een blarenprikken het medicijn tegen homofilie? Hahaha, ik dacht het niet. Zou de wereld van de blarenprikster instorten als ze erachter komt dat Wim homo is? Ik gedachte zie ik haar al huilend van het terrein afrennen. Haar wereld zou instorten… Wim doet er trouwens verstandig aan haar het nieuws pas op de laatste dag te vertellen, zo’n EHBO-ster met priknaald kan gevaarlijk zijn. Want er zijn veel pijnlijke plekken waar die naald kan belanden.

Wij zijn nog even mee geweest naar de kantine, koffie gehaald en even terug naar de tent om een paar foto’s te maken. Wim en Jelly spraken af dat Jelly misschien het laatste stuk van Callantsoog naar Den Helder zou meelopen als ze tenminste op tijd daar kon zijn. Toen was het tijd om afscheid te nemen. Afscheid nemen is altijd moeilijk, vooral als je wegrijdt en in je spiegel Wim en Jacob steeds kleiner ziet worden. Gelukkig heb ik hem morgen weer thuis. Ik ben alleen bang dat hij thuis geen stap meer kan en wil verzetten want zijn voeten zitten helemaal in de tape. Ach, dan kan ik hem lekker het weekend vertroetelen. Kopje koffie, krantje en pantoffeltjes, lekker truttig.


donderdag, juli 29

EHBO

Wat is mijn man toch een echte bikkel. Gisteren was de zwaarste dag van de Strand Zesdaagse en ik had er een hard hoofd in of Wim die zou redden. De dag ervoor waren we namelijk even bij hem geweest en hij zat onder de beten op zijn benen, een tekenbeet in zijn zij, tenen onder de blaren en pleisters en bovendien een dikke bloedblaar onder zijn zool. In gedachten was ik gisteren constant bij hem en heb hem ook een paar keer gebeld maar mijnheer liet zich niet kennen en als een bikkel heeft hij gisterenmiddag Velsen bereikt, de derde stop. Dus om een uurtje of acht besloot ik hem nog even te bellen, maar toen kreeg ik Jacob aan de telefoon. Wim lag nog op de tafel bij de EHBO en het zou nog wel even duren. Wim zou wel bellen als hij terug bij de tent was. Dat duurde nog even. Wat was nu het geval? Wim en Jacob gingen naar de EHBO omdat ze toch wel wat blaren erbij hadden. Bij Jacob ging alles goed, maar Wim zou Wim niet zijn als hij weer wat aparts had. Wat was er gebeurd? De dag ervoor had de EHBO een aantal blaren geprikt, waaronder twee op zijn kleine teen. Pleister erover en klaar was Kees… ehhh Wim. Maar gisteren moest die pleister er weer af. Nu was er onder de blaar weer een nieuwe blaar verschenen en met het verwijderen van de pleister ging er ook een heel stuk vel van Wim mee. Gevolg? Een open plek zonder vel. Auw, mijn maag draaide om toen ik het hoorde. Bovendien bleek Wim op de vreemdste plekken blaren te hebben. Voordat ik rare dingen kon denken, klonk het aan de andere kant: “Op mijn voeten dan he”. Alsof hij mijn gedachten kon raden. Uiteindelijk heeft Wim meer dan een uur op de pijnbank van de EHBO gelegen want zijn hele voet moest worden ingetapet met speciaal spul wat de dames van de EHBO moesten zoeken. Verder was het heel gezellig, Wim  lag naast een andere vrouw en de twee hadden de grootste lol. Tja… Je moet toch wat als je gepijnigd wordt.

Vanmorgen om half acht werd ik al door Wim wakker gebeld. Ze waren dit keer al vroeg vertrokken. Ze liepen nu door Beverwijk (Even zwaaien Jelly…) en hoewel Wim vol goede moed begonnen is aan de toch naar Egmond aan Zee, merk ik toch aan hem dat hij het moeilijk heeft. Gelukkig ga ik vanavond even naar hem toe. Schone sokjes en broodjes brengen en om de jongens even op te beuren. Ineens wil ik dat het zaterdag is en deze vrijwillige martelgang voor hem is afgelopen.

woensdag, juli 28

Het hutje bij de zee

Ik had het mijzelf voorgenomen en heb het gedaan! Ik ben gisteren niet thuisgebleven en gezwolgen in zelfmedelijden. Neen, ik had een druk dagje gepland met apotheose het bezoekje aan Wim en Jacob in Noordwijk. Maar eerst zou ik naar Nancy gaan, ze had nog wat DVD’s liggen die gerecenseerd moesten worden. Even lekker gebept en dit keer niet alleen over films en DVD’s.

Daar vandaan ging de reis naar de Maxis. Even een pitstop bij de Burger King voor de lunch. Tja, dom natuurlijk want al dat fastfood is helemaal niet goed voor mij. Ik wou van die lekkere Twister-fries nemen, maar die waren er niet zei de mevrouw achter de balie met een eeuwige glimlach die er bij de werknemers van fastfoodketens altijd aanwezig is. Volgens mij is een van de voorwaarden als je daar wilt werken, de plastisch chirurg je mondhoeken ver omhoog trekt in een enge grijns. “Maar er zijn wel Spiderman-frietjes”. Ik was nieuwsgierig geworden en bestelde ze samen met een vette hamburger en een cola-light want ik moet toch op mijn gewicht letten. De Spiderman-frietjes bleken ordinaire aardappel-wafeltjes te zijn die te groot waren om in mijn bakje mayo te dopen. Eigenlijk is er niks aan om in je uppie ergens te gaan eten, ik heb dan echt het gevoel een tweedehands burger te zijn. Ik kijk om mij heen en ik zag alleen maar stelletjes en brave gezinnetjes. Tegenover mij zat een echtpaar op leeftijd. Vreemd want mensen boven de 65 verwacht je eigenlijk niet in een fastfood-tent. Die treft je toch alleen maar bij de Hema aan een kopje koffie met een appelpunt? Ik checkte hun dienblad en daar lagen nog de verpakkingen van hamburger en friet. Er viel mij trouwens iets anders op aan dit stel. Ze zaten niet tegenover elkaar maar hadden hun stoelen wat weggedraaid en beiden staarde wezenloos voor zich uit. Ze bewogen niet en spraken ook niet met elkaar. Al die tijd dat ik mijn eten naar binnen werkte hebben ze geen boeh of bah gezegd of maar een vinger bewogen. “Zouden ze nog wel leven”? Misschien zitten ze hier al dagen dood te wezen maar viel het niemand op? Ik zou kunnen proberen om een van hen even aan te raken, maar stel je voor dat ze zo dood op de vloer zouden flikkeren? Dan heb ik het weer gedaan. Ik maakte mij maar snel uit de voeten.

De weg vervolgde zich naar de C-1000, het moet de grootste van Nederland zijn en dat klopt. Ik vind het heerlijk om in andere winkels te gaan neuzen en op zoek te gaan naar vreemde en nieuwe producten. Bovendien had ik Wim die morgen telefonisch gesproken. Het lunchpakket dat ze van de organisatie meekregen bleek niet voldoende om zo’n grote vent de dag door te helpen. Op twee boterhammen en een krentenbol kan mijn knul niet zulke grote afstanden afleggen dus ik heb wat extra dingen voor hen ingeslagen. Wat extra eten en drinken en de blaarpleisters die ik de vorige keer was vergeten. Ook nog even een bezoekje gebracht aan de Makro want ’s nachts kwam Wim erachter dat zijn luchtbed lek was. Om het uur mocht hij blazen en een echt lekkere nacht heeft hij niet gehad.

Daarna Paula van haar werk gehaald om naar Noordwijk te vertrekken. Eerst onderweg nog even gestopt om wat te eten. Nu had ik de hele middag last van die spinnenfrietjes en hamburger gehad die mij wel heel zwaar op de maag lagen, dus aan een Mac moest ik niet denken. Het werd dus een La Place, altijd garant voor een redelijke maaltijd. Bloemkoolsoep, varkenshaas en een lekkere vruchtensap op mijn bordje. Paula stond in twijfel. Er stond kreeft op het menu en Paula bleef maar om het tentje heen draaien. Zal ze wel, zal ze niet… Stel voor dat ze het niet lust, maar het klonk wel heel interessant… Maar de garnalen zagen er ook wel heel lekker uit. Paula trok de stoute schoenen aan en koos voor de halve kreeft. Bij de kassa had ze contact met een leuke homo van een jaartje of 22 terwijl ik het moest doen met een echte Amsterdamse van meer dan middelbare leeftijd die schijnbaar met het verkeerde been uit bed was gestapt. Wat heeft Paula trouwens met homo’s? Het lijkt wel of ze die aantrekt als motten op een lamp. Paula is gewoon de nieuwe homo-moeder, een nieuwe Zangeres Zonder Naam of Anneke Gronloh is geboren! Wel prettig trouwens want ik geniet op een afstand van al dat jonge schone terwijl Paula de jonge caissière verleidt door een foto van hem te maken. Na de foto vervolgen wij onze toch naar Noordwijk.

Terwijl we de auto parkeren komen Jacob en Wim al aangelopen. Het valt mij meteen op dat Wim wel moeilijk loopt. Ik krijg meteen medelijden met hem. Ik pak de tas met lekkers en het nieuwe luchtbed en wij volgen Wim en Jacob naar hun tent. Ik geloof mijn ogen niet als wij het kampeerterrein opkomen. Ze overnachten op het gemeentelijk sportveld dat nu bezaaid staat met tentjes die bijna tegen elkaar aan staan opgepakt. Manoeuvrerend om haringen en scheerlijnen bereiken we de tent van Jacob en Wim. Heerlijk om mijn ventje weer om mij heen te hebben. En ze vertellen hun belevenissen en Wim laat de schade aan zijn lichaam zien. Een dikke bloedblaar onder zijn voetzool, zijn tenen onder de pleisters, beten/uitslag van strandvlooien en bovendien was hij ook nog gebeten door een teek. Leuk he, zo’n strandwandeling. Ja, dat doe je echt voor je lol. En het ergste is dat het vandaag ook nog eens de zwaarste dag gaat worden. Stiekem hoop ik dat hij het vandaag niet redt want om 32 kilometer op een bloedblaar te lopen gaat voor mij veel te ver. Maar Wim en Jacob zijn reuze enthousiast en kijken door het gebrek aan privacy en de ontberingen heen. Voor hun geldt maar een ding, de finish halen. We drinken nog een kopje koffie/thee en dan keren Paula en ik weer huiswaarts. We worden uitgezwaaid. Dag Jacob. Dag Wim, ik hou van je. Doe voorzichtig… Ik bel je….

dinsdag, juli 27

Met Jef…

Met dit zinnetje neem ik altijd de telefoon op. Nu heb ik deze zin gisteren wel heel veel mogen zeggen. Want gelukkig belde Wim mij drie keer op om wat van zich te laten horen. Volgens mij mist hij mij net zo zeer, maar zal dat nooit toegeven. Maar ook heb ik gisteren behoorlijk wat telefoontjes ontvangen. Dat is het voordeel van goede vrienden en familie, je bent nooit alleen. Allemaal lieve woordjes en aandacht, heerlijk. Daar kan een mens heel blij van worden. Maar soms zijn zijn er ook van die telefoontjes waarvan je wel kan huilen. Gisteren was het weer zover. Het begon met een vriendelijke mevrouw. “Goedenavond, heeft u misschien tijd voor een kort onderzoekje van 2 minuten?” Gelukkig durf ik sinds kort NEE te verkopen. Ik ben namelijk al eerder in zo’n smoesje getrapt. Vraagjes beantwoord en zodra men weet dat je een eigen huis hebt en voor hen aantrekkelijk bent wordt je vervolgens overspoelt met telefoontjes van die telefonische verkopers die je een hypotheek, spaarrekening of weet ik wat willen aansmeren.

Maar blijkbaar was het gisterenavond “Nationale Stoor Jef Tijdens Star Trek Enterprise Dag”. Want wederom ging de telefoon tijdens mij favoriete serie. Grommend loop ik naar de telefoon want dit is de enige tv-serie die ik momenteel volg.
- “Met Jef
- “Goedenavond, met … van Frisia. Spreek ik met de heer V.?”
- “Nee, het spijt me. Die loopt de Strand zesdaagse.”
- “Oh, wanneer kan ik hem bereiken?”
- “Probeert u het volgende week maar
- “Ik bel volgende week nog wel

Zo daar ben ik ook vanaf, ik kan mijn aandacht weer bij de TV houden, maar 10 minuten later is het weer raak.
- “Met Jef
- “Goedeavond, met … van Frisia. Mijnheer V…….?”
- “Nee, het spijt me. Die is er niet. Uw collega heeft net ook al gebeld. V. is de strand zesdaagse aan het lopen en is pas volgende week terug.
- “Oh, mijn excuses. Ik zal het meteen noteren.”

Hoe dom kan je zijn? Licht geïrriteerd richt ik mijn aandacht weer op de beeldbuis waar het nu goed spannend begint te worden. De Enterprise wordt aangevallen en… weer gaat de telefoon.
- “Met Jef
- “Een heel goedeavond, met … van Frisia. Spreek ik met de heer V.?"
Diep in mij ontploft er wat. Zelfs ezels zich niet tweemaal aan dezelfde steen en is driemaal scheepsrecht voor Frisia. Het gebeurt niet vaak, maar ik word pissig.
- “Ja hallo, luister eens. Dit is al de derde keer dat jullie bellen.” bek ik kortaf
- “de derde keer vanavond?” vraagt de man voorzichtig
- “Ja de derde keer al vanavond” zeg ik overdreven boos.
- “Het lijkt me verstandiger dat ik u uit het systeem haal” wordt er giechelend aan de andere kant gezegd.
- “Ja, dat lijkt mij ook heel verstandig. Goedeavond” en woest smijt ik de hoorn erop.

Zie je nu wel… Ik heb net het spannendste deel van de serie gemist en terwijl de aftiteling voorbij trekt gaat weer de telefoon. Ze zullen toch geen vierde keer…. Op het ergste voorbereid en strijdlustig neem ik de telefoon op
- “Met Jef
- “Met Paula
Ik schiet in de lach en vertel haar het hele verhaal. Maar eigenlijk is het toch wel erg met Frisia. Niet alleen op de televisie komen de spotjes om de haverklap voorbij, maar ook doet men tegenwoordig aan telefoonterreur. Gelukkig zitten wij nu niet meer in “hun systeem”. Maar wedden dat ze volgende week de telefoon weer zal gaan?
- “Met Jef
- “Goede avond met … van Frisia. Spreek ik met de heer V……?”

maandag, juli 26

Sta op en wandel

Ik heb net boodschappen gedaan en kom de straat binnengereden. Terwijl ik de auto op de oprit zet komt Ajax mauwend aangelopen. Ik haal de boodschappen uit de kofferbak en loop naar de deur, maar het blijkt een weg met hindernissen te zijn want Ajax gooit zich voor mijn voeten, gaat op zijn rug liggen en verwacht bijna dat ik hem lekker op zijn buikje ga kroelen. Ja, daar heb ik geen zin in, in mijn handen heb ik twee zware boodschappentassen en bovendien moet ik ook nog eens nodig plassen. Erg nodig plassen. Gelukkig redt ik het op tijd, ruim de boodschappen op en schenk een glas koud water voor mij in. Hier zit ik dan alleen op onze grote bank waarin ik nu lijkt te verdwalen. Bah, ik voel me alleen en verlaten en het huis lijkt stil zonder Wim. Flauwekul natuurlijk, het huis is helemaal niet stil, de muziek tettert uit de luidsprekers en Ajax laat duidelijk merken dat hij honger heeft en afwisselend miauwt hij klagelijk en geeft kopjes. Bovendien is Wim pas een paar uurtjes weg.

Ja, vanmorgen vroeg ging de wekker al om kwart over vijf, want om 8 uur moesten Wim en Jacob in Hoek van Holland zijn voor hun grote tocht. Ik had mij gisteren voorgenomen om in ieder geval vroeg naar bed te gaan, maar om 22.30 uur ging de telefoon. Er was inbraakalarm in de winkel waar Wim werkt en hij moest komen. Even op en neer naar Emmeloord. Natuurlijk liet ik hem niet alleen gaan, we gingen met z’n drieën. Dat zou eventuele inbrekers wel afschrikken. Natuurlijk was het vals alarm en zodoende lagen we pas om twaalf uur in bed alwaar ik als een blok in slaap viel. Met een schok zat ik rechtop in bed toen om kwart over vijf de wekker ging. Slapen, ik wil slapen was het enige wat ik kon denken. “Roep me maar als Jacob en jij gedoucht hebben, dan kom ik er wel uit”: was het enige wat ik eruit kon brengen voordat ik weer in slaap sukkelde. Kijk, dat moet ik nooit doen want tijdens dit soort hazenslaapjes heb ik de vreemdste dromen. En dit keer was het weer raak, ik reed op een karretje door Amsterdam, alle mensen keken naar mij. Toen ik mijzelf inspecteerde zag ik tot mijn schrik dat ik alleen een t-shirt droeg en verder poedeltjenaakt was. Nee he, de klassieke “ik ben per ongeluk naakt en iedereen kijkt naar mij” droom. Wat was de uitleg van Freud ook alweer voor zulke dromen?

De ochtend begon dus moeizaam, maar ook Wim en Jacob kwamen moeilijk op gang en een kwartier te laat vertrokken we richting de kust. Nu hadden wij de mazzel dat het vakantie is want files zijn we niet tegengekomen. De startplaats was makkelijk te vinden want de eerste kudde wandelaars was al op weg naar het strand en je hoefde alleen maar tegen de richting in te rijden. Tja, het afscheid kwam nu wel heel erg dichtbij. Eerst een bakje koffie, de knipkaarten halen en daar gingen Jacob en Wim. Het afscheid viel mij mee. Ik keek hoe ze vol goede moed in de verte verdwenen, ze liepen stevig door en hadden al geen oog meer voor mij. Ik stapte de auto in en begin aan de terugreis. Nog eenmaal reed ik ze voorbij op de boulevard. TOET-TOET “veel plezier jongens…” En Jeffie begon de lange rit weer terug naar huis. Op de radio klinkt opeens “Zonder jou” van Rob de Nijs. Ik luister naar de tekst en krijg een brok in mijn keel. Als ik dan ook nog langs een misarabel bloemenstalletje rijdt waar “Vergeet mij niet” op prijkt, krijg ik het even te kwaad en een traan biggelt over mijn wang. Ik veeg hem weg en probeer mijn aandacht weer op de weg te houden.

 En daar zit ik nu. "Ik heb ook een week vakantie genomen, ik heb de auto tot mijn beschikking. Ik kan echt alle kanten op": zeg ik tegen mijzelf. Ik kan lekker ongegeneerd door de Mediamarkt banjeren, alle dingen doen die ik leuk vindt, lekker hard mijn muziek draaien, spruitjes en tuinbonen eten. Ik moet genieten van mijn weekje vrijheid. Het is duidelijk dat ik mijzelf probeer op te vrolijken. De muziek staat lekker hard. Ik heb spruitjes voor vanavond gekocht. Nu alleen het genieten nog…


zondag, juli 25

Een goed begin is het halve werk

Tja, het zit er dan toch aan te komen. Morgenvroeg breng ik Wim en Jacob naar Hoek van Holland alwaar hun barre tocht langs het strand zal beginnen. Maar liefst 140 kilometer lopen ze langs het strand tijdens de Strand 6daagse. Wim heeft er zin in. Zijn tassen zijn dan ook gepakt. Kleding voor elk weer, want zoals we de afgelopen weken hebben kunnen merken hebben de weergoden last van wisselvallige buien. Slaapzak, luchtbed, schone onderbroek. Mijnheer heeft aan alles gedacht. Oh nee, bijna was hij de WC-papier vergeten. Je zal tenslotte maar een grote boodschap moeten doen onderweg. Je kan je kont natuurlijk in de branding hangen maar dat staat zo raar. Twee grote weekendtassen staan al klaar bij de deur. Gelukkig worden de tassen van kampeerplaats naar kampeerplaats vervoerd door de organisatie want ze zijn loeizwaar. Ook zijn rugzak is al gepakt: Pleisters, Tantum en paracetamol voor de eerste hulp bij ongelukjes en verder wat drinken en snackjes voor onderweg.

Wim ziet het al helemaal zitten, ik wat minder. Oh ja hoor, ik gun Wim zijn pleziertje al. Maar in de 8 jaar dat wij nu bij elkaar zijn hebben wij nog nooit een nacht zonder elkaar geslapen. Daar gaat nu verandering in komen. Een week lang in een eenzaam groot bed. Jakkes! Even geen lichaam om warm tegenaan te kruipen als ik ’s morgens vroeg uit dromenland terugkeer. Ze noemen mij ook wel eens “kleffe Jef” en ik verdien die bijnaam met ere. Want hoe vaak komt het niet voor dat ik om 10 uur in de ochtend op een werkdag hem al mis en even een belletje geef? Wim’s collega’s kennen mij stuk voor stuk al, telefonisch dan. Een hele week zonder Wim zal mij echt niet lukken, dus kom ik hem zeker 2 avonden even met een bezoekje verblijden of hij het nu leuk vindt of niet. Tevens heb ik gisteren een mobieltje voor hem gekocht. Wim moet eigenlijk niks van die dingen hebben, maar hij snapt ook wel dat ik het prettig vindt om af en toe contact met hem te hebben. En uit angst dat ik elke avond bij zijn tentje zit, is hij toch overstag gegaan… Alleen moet ik er wel voor zorgen dat hij hem niet “per ongeluk” vergeet. Kortom, een enerverend weekje voor Wim en voor mij. Wij vertrekken nu eerst naar Franeker om Jacob op te halen want de wekker gaat morgenvroeg al om 5 uur. Ik hou jullie op de hoogte.

zaterdag, juli 24

Geluk

Zaterdagochtend, ik sta in de keuken en ben bezig de vaatwasser aan het uitruimen. Lekker onder het genot van een leuk stukje muziek. Wim zit in de huiskamer Zuma te spelen. Ik hoor hoe hij probeert mee te zingen, lekker uit de maat en af en toe zoekend naar de juiste woorden maar met volle overtuiging. Hoe vertederend, ik voel hoe ik helemaal warm word van binnen. Ja, geluk zit soms in de kleinste dingen.

vrijdag, juli 23

De paden op, de lanen in

Het lijkt wel of alles in het teken van het wandelen staat. Vandaag is het de laatste dag van de Vierdaagse van Nijmegen, wat elk jaar weer een grote happening is. Als het goed is worden vandaag ruim 40.000 wandelaars feestelijk onthaald bij de finish met bloemen en andere traktaties. Ook zijn er in Nijmegen genoeg mensen die het lopen voor lief nemen en zich alleen storten in het feestgedruis of zich te goed doen aan het bier en hamburgers.

Wat minder bekend is de Strand Zesdaagse die volgende week van start gaat. Zo’n 1000 mensen lopen langs het strand van Hoek van Holland naar Den Helder en zullen ’s nachts overnachten in tentjes. Een van die wandelaars is Wim, die samen met zijn oom aan dit sportief evenement gaat deelnemen. De voorbereidingen zijn al in volle gang. Een tijd terug heeft hij goede loopschoenen gekocht en uitgelopen, ook speciale wandelsokken zijn aangeschaft en ook is die gek enige weken geleden van Lelystad naar Almere gelopen (tussen de 20 en 30 km.).

En dan is daar natuurlijk ook Paula, zoals ik in een eerder log al vermeldde is zij elke dinsdag de pineut om een eind met Wim te gaan lopen. Ze nemen dan de digitale camera mee en komen terug met de wildste verhalen en prachtige foto’s. Omdat Wim dinsdag moest werken is Paula gisteren langsgekomen om een stuk met Wim te gaan lopen. Dit keer gingen ze niet met de auto maar vertrokken ze vanaf ons huis. Nu is de combinatie Wim en Paula geen gelukkige. Wim loopt graag lange afstanden in een behoorlijk tempo en dat is niks voor Paula die met haar korte pootjes driftig de pas erin probeert te houden.

Bovendien heeft Paula de onhebbelijke eigenschap om te verdwalen. Als ze dat nu nog in haar uppie doet, allee… Maar het probleem is dat ze anderen ook meesleurt in haar verderf. Voorbeeld, Met Wim’s vrijgezellenfeest moest ze hem naar Volendam loodsen, maar ze belandde midden op Schiphol, Ze zou met een collega naar een concert in Utrecht gaan, Paula wist de weg wel. Resultaat? Ze kwamen 3 kwartier te laat. Maar het hoogtepunt was wel Denemarken. We hadden met 12 man een huisje gehuurd nabij Silkeborg, een prachtig bosrijk gebied. We zaten aan de rand van het bos en de sleutelbeheerder had ons op het hart gedrukt om niet het bos in te gaan want het jachtseizoen was begonnen. En het klopte want regelmatig klonken er in de verte schoten. Op een avond besloten Wim en Paula samen nog een klein stukje te gaan wandelen. Maar ze zouden met een kwartiertje terug zijn, net op tijd voor de koffie. Het werd een half uur, een uur, twee uur, drie uur en nog steeds geen Wim en Paula. De achterblijvers in het huis begonnen behoorlijk ongerust te worden. Het duurde niet lang meer voor het donker zou worden en wij zaten in een zeer afgelegen gebied zonder enige verlichting. Bovendien was het de eerste keer dat wij er waren en wisten er heg noch steg. De sukkels hadden ook hun papieren en mobieltje niet bij hun. Dus werd er door ons een reddingsoperatie op touw gezet. De verschillende auto’s vlogen uit in alle richtingen om maar een glimp van Wim en Paula op te vangen. Maar wat we ook zagen, geen Wim en Paula. Op zulke momenten gaat mijn fantasie de vrije loop. Ik zag ze al door het bos rennen, achtervolgd door een schare jagers die in de schemering hen voor een stel herten aanzag. Ze zouden aangeschoten worden en op de grond zouden ze kermend mijn naam roepen. Mijn bezorgdheid ging over in woede. "Oh wacht maar, als ze thuis zijn. Ik zal ze…" En ja hoor, daar kwam duo Jut en Jul aangelopen vol met verhalen. Ze waren inderdaad het bos ingelopen, de verbodsborden hadden ze natuurlijk niet gezien. Na een tijdje gebeurde het. Paula wist de weg terug wel… (Ik hoor het je nu denken: Wim luister niet…) Wim dacht links af en Paula wist het zeker… Rechtsaf. En die sukkel ging dus met Paula mee. Fout, helemaal fout. Ze liepen steeds dieper het bos in en kwamen uiteindelijk aan een andere kant van het bos uit, ver van het huis. Gelukkig kregen ze een lift, van een jager nog wel… Dit verhaal zullen ze tot hun dood aan moeten horen…

Gisteren was het trouwens weer zo ver. Wim had al een route uitgestippeld, maar dat was te lang voor Paula en ze wist wel een kortere route. Je voelt het natuurlijk al aankomen. Het tweetal belande in een wildernis tussen de brandnetels en hoge distels. Ondertussen begon ik thuis alweer ongerust te worden. Het tweetal was al twee uur onderweg dus ik besloot te bellen. Ik kreeg Paula aan de telefoon die er amper een woord uit kreeg. Wat zielig gekreun en een paar onsamenhangende lettergrepen was het enige wat ik hoorde. Wim nam de telefoon over en vertelde wat er gebeurd was en of ik ze kon halen. Ze stonden op dat moment op een heuvel van zo’n 8 meter en moesten naar beneden. Helaas heeft Paula hoogtevrees en durfde geen stap meer te zetten. Het kon dus nog wel even duren. Ik reed alvast die kant op en na 10 minuten zag ik ze in de verte aankomen. Het leek of elke stap van Paula haar laatste zou zijn. Haar tasje bungelde slap in haar hand, d’r haar leek ontploft, mascara doorgelopen van de tranen en haar gezicht sprak boekdelen. Ik kon niks anders doen dan lachen, hard lachen. Paula lachte mee, als een boer met kiespijn. Van dichtbij was de schade goed te zien want ze zaten onder de bulten en uitslag van de brandnetels. Echt een wandeling om nooit te vergeten, de versie van Paula vindt je hier.

Toch zit er een moraal aan dit verhaal: Als Paula ooit je de weg wijst, luister niet, ren hard de andere kant op. Dan komt alles wel goed.

donderdag, juli 22

Fly away

Het is vakantietijd en dat is te merken. Elke dag bij het instappen van de trein struikel je bijna over al die hutkoffers en de bijbehorende vakantiegangers. Vanmorgen was het weer eens zover. Ik zat rustig mijn krant te lezen toen ze instapten: Vader, moeder en 3 kinderen, begeleidt door oma en opa die het gezinnetje zouden uitzwaaien. Maar liefst 4 grote koffers, twee kleine en wat handbagage werden de trein met veel pijn en moeite ingesjouwd. Ik sloeg het tafereel half verschuilend achter mijn krant gade. De vader was het type bierbuik met een te kort t-shirt, ontevreden gezicht en duidelijk de baas in huis. Moeder daarentegen was mager, met een vaal en lang gezicht en ging gekleed in een eng jurkje met bloemetjesmotief. De 3 jengelende kinderen waren het type dat met gemak het bloed onder je nagels vandaan kon halen. Oma en opa waren het stille type. Moeder begon de koffers al naar de klapstoeltjes op het balkon te sjouwen. De man keek niet op of om, pakte een koffer en stond al halverwege de trap.
"Jan, zullen we de koffers hier zetten?" piepte de vrouw.
Woest keek Jan om. "Dan hebben wij er geen overzicht op" bromde hij.
Het was duidelijk dat hij niet bij de koffers wou gaan zitten, hij had een duur kaartje naar Schiphol gekocht en nam duidelijk geen genoegen met "slechts" een klapstoeltje.
Hij kwam met de koffer weer terug.
"Dan moet we naar hiernaast" klonk het zo hard dat iedereen het kon verstaan.
"Maar waarom nou?"
"Je moet luisteren wat ik zeg. We moeten naar hiernaast. Pak verdomme die koffers op." snauwde Jan haar toe.
"Je hoeft me niet zo af te bekken hoor", stribbelde ze nog een beetje tegen en het gezelschap verdween naar de aangrenzende wagon. Mijn aandacht was weer terug bij mijn krantje.

Maar 2 minuten later stonden ze weer op "mijn" balkon. Blijkbaar had Jan zich vergist want zijn gezicht stond op onweer en op het gezicht van de vrouw zag ik een verborgen lachje. Maar Jan was niet van plan om op het balkon plaats te nemen en sjouwde alle koffers naar boven. Asociaal als hij was werden ze geparkeerd op 2 banken omdat er in het gangpad onvoldoende ruimte was. "Zal je dat nou wel doen, Jan", vroeg de vrouw voorzichtig. Jan hield zijn mond. Toen deed ook opa een duit in het zakje. "Je krijgt nooit op tijd al die koffers uit de trein op Schiphol." Jan perste zijn lippen op elkaar terwijl hij de laatste tas naar boven droeg. Hij moest en zou een goede zitplaats hebben en fuck de rest. Opa en oma nam afscheid van het gezinnetje. "Doen jullie de groeten in Canada?" "Ja ma, dat zullen we doen"…

Het was vlak voor station Weesp toen ik Jan weer langs zag lopen met een koffer. Hij liep richting klapstoeltjes op het balkon. Nu waren de krukjes allemaal bezet, maar hij sommeerde een vrouw om weg omdat hij daar met de koffers moest zitten. De dame ging ook nog zonder enige vorm van commentaar. Al snel bleek waarom Jan van gedachten was gewisseld. De conductrice had hem verteld de koffers op het balkon te plaatsen. Ik genoot, koffer na koffer werd weer naar het balkon gesleept. Het luie zweet parelde het zwijn van zijn voorhoofd. Daar zat Jan dan alleen op zijn klapstoeltje, omgeven door koffers. Zijn gezicht stond op onweer. Uiterlijk lachte ik hem vriendelijk toe, maar van binnen lachte ik hem hard uit. Ik wist dat zijn vrouw nu even rust had en zich kon voorbereiden op een paar zware uren, opgesloten in het vliegtuig naast Jan.



woensdag, juli 21

It’s a small world

Dinsdag is Pauladag. Dat is begonnen toen wij met z’n drieen besloten om wekelijks te gaan zwemmen om zo onze conditie te gaan verbeteren. Dat heb we een hele lange tijd gedaan totdat het zwembad besloot om mee te doen aan een nieuwe rage. Helaas waren de vaste zwemmers niet van te voren ingelicht. Dus op een gegeven moment zaten we lekker een beetje te poedelen en te zwemmen toen er ineens allemaal fietsen het water in werden gedonderd. Ik wou nog zeggen "He, dit zijn geen Amsterdamse grachten hoor!" maar te laat. Een badmeester sprong in het water, zette de fietsen op een rijtje en zeker de helft van het zwembad werd afgezet. Alle aanwezigen in het zwembad stroomde nieuwsgierig toe om te kijken wat er aan de hand was. Het bleek te gaan om aqua-spinning, een duur woord voor home-trainen onder water. De 20 deelnemers namen "ons" zwembad over en werden aan de kant begeleidt door zo’n huppeltrutje met zo’n microfoontje . Deze was aangesloten op een pittige versterker zodat haar schreeuwende aanwijzigen vet aangezet metaerobic-muziek, door het hele zwedbad golfde. Bah, voor ons was de lol eraf. Bij navraag bleek dat het aquaspinnen elke avond was. Dag zwemavond… Maar ondertussen heeft de dinsdag een nieuwe invullig. Wim en Paula gaan lekker wandelen en foto’tjes maken terwijl ik thuis blijf en als een braaf huismannetje voor het eten zorg. Daarna vleien wij ons op onze loungebank om lekker een DVD’tje te kijken.

In juni ben ik 40 geworden en als verjaardagskado (en verlaat 40 jaars kado voor Wim) hebben wij een lang weekend Eurodisney samen met Paula en Gerard gehad. Tja, wat zeg je dan als je zo’n cadeau krijgt? Het was natuurlijk veel te gek, veel te duur en ik stond met een mond vol tanden. Maar we waren dolenthousiast en ik verheug me nu al op het lange weekend in September. Wij zijn er al 4x geweest maar voor Paula en Gerard is het de premiere. Dus om Paula in de sfeer te krijgen, zetten wij nu elke dinsdag een Disney-film op. Paula heeft namelijk wat vooroordelen over tekenfilms en dus proberen haar wat kennis bij te brengen in de Disneyologie.. Waren de aflopen weken Lion King en Monsters Inc. aan de beurt, vanavond had ik Doornroosje gepland.

Maar de avond verliep anders dan ik had verwacht. Wim had avonddienst en zou pas tussen 9 en half 10 thuiskomen en terwijl Paula in de huiskamer karaoke liedjes stond te kwelen, stond ik in de keuken te kokkerellen. Wij aten die avond Chinese tomatensoep, loempia en een Indische gehakttaart. Wim kwam thuis en we konden lekker gaan eten. Lekker burgerlijk met de bord op schoot en de DVD in de speler, klaar voor Doornroosje. We hadden net de lichten uitgedaan en de film draaide net. BBBBBBBBZZZZZZZZZ, ja hoor… Een mug. BBBBZZZZ en nog een… en nog een. Ik werd er kriegel van en deed de lichten weer aan… En geloof het of niet, ik heb zeker 30 muggen doodgeslagen.
Zie je wel, dat komt vast door mijn log van gisteren waarin ik schreef dat ik geen medelijden met muggen had. Mijn log van gisteren is natuurlijk in de muggencourant verschenen en nu werd ik letterlijk geterroriseerd door die beesten die maar een doel voor ogen hadden: WRAAK, en ze moeten natuurlijk constant mij hebben. Want Wim bleef onverstoord lekker van zijn eten genieten en Paula wuifde slechts een paar keer, terwijl ik woest om mij heen sloeg en door de kamer heen rende. Weer een mug, weer een mug… Ik kan niet zeggen dat ik echt lekker heb gegeten en van de film kwam niets meer. Paula schrok trouwens ook van de wilde blik in de ogen en ging maar snel naar huis. Uit pure ellende en onder de muggenbulten ben ik naar bed gegaan waar onze slaapkamer, God zij dank, mugvrij was.

dinsdag, juli 20

Vanmorgen vloog ze weer

Ik wil toch nog even verder gaan op mijn log van gisteren. Want blijkbaar ben ik niet de enige die over (bijna) aangereden dieren nadenkt, getuigende de reacties. Sarjenka heeft bijna een duif geschept en Stephanie was getuige van een platgereden eend. Ook was de vraag waarom wij een vogel wel erg vinden maar een mug bijvoorbeeld niet.

Nu heb ik absoluut geen medelijden met muggen. Regelmatig sla ik er een dood na een woeste nachtelijke achtervolging door onze slaapkamer. Eigen schuld, muggenbult!!! Bovendien zit onze auto vaak onder de muggenlijkjes als Wim weer eens na een avonddienst van Emmeloord naar Lelystad rijdt. De eerste aanrijding met dier weet ik nog goed. Ik was 11 jaar en wij gingen verhuizen van Amsterdam naar Lelystad. En ik mocht mee rijden in die grote stoere verhuiswagen. In die tijd bestond de A6 nog niet en de enige verbindingsweg tussen Amsterdam en Lelystad was de oude Oostvaardersdijk. Ik zat daar hoog en droog en had prachtig uitzicht over het Markermeer en de Oostvaardersplassen. Helaas ook op die eend die aan kwam vliegen en de naderende vrachtwagen niet gezien had. KWAK.. Dag eendje, hij kwam hardhandig in aanraking met de grill van de auto.

Een paar jaar later was het weer raak. Het gezinnetje ging gezellie een dagje naar familie in Amsterdam. Wij reden op de A1 ten hoogte van de Maxis. Dit keer was het een musje. Hij vloog met een vaart tegen de voorruit aan en bleef met zijn koppie tussen de ruitenwisser steken, heel knap gedaan. Mijn moeder begon hysterisch te gillen: "Haal hem weg, haal hem weg…" Tja, wat moest mijn vader doen? Juist, hij zette de ruitenwissers aan. Maar het musje zat goed vast. Het slappe lijfje bungelde in hetzelfde tempo de ruitenwissers achterna. Heen en weer… Heen en weer. Heel grappig als het niet zo morbide was.

Wat het meeste indruk op mij heeft gemaakt, gebeurde tijdens een autorijles. Wij reden in Harderwijk, aan het stuur zat een meisje die net haar laatste les had voordat ze rij-examen moest doen. Wij reden rustig door een woonwijk met struiken aan beide kanten. Ineens een bonk, ik dacht dat we over een steen waren gereden. Toen ik door de achterruit heen keek zag ik een kat op de weg leggen. Wij stopte en stapte uit. Het meisje dat reed zag lijkbleek. Ze was recht over de kat gereden, maar het arme beestje was niet dood. Het beest krijste verschrikkelijk en plukken haren vlogen wild alle kanten op terwijl het beest lag te kronkelen en spartelen terwijl het af en toe wel een meter hoog van de grond kwam. De eigenaar van de kat kwam aangerend, die had alles gezien. Deze kon alleen maar huilend toezien hoe de spasmen van het beestje steeds minder werd totdat het uiteindelijk uit zijn lijden was verlost en overleed. U kunt wel begrijpen dat zoiets een behoorlijke traumatische ervaring is voor een automobilist in spe. Later hoorde ik dan ook dat ze was gezakt voor haar examen.

Zelf heb ik gelukkig maar een keer een dier aangereden. Wij kwamen terug uit Friesland, familiebezoek. Het was behoorlijk laat geworden, het was gezellig en Wim had een paar biertjes op en lag heerlijk naast mij te ronken. Het was behoorlijk mistig en men zag amper een hand voor ogen. Op de A6 werd de mist gelukkig was minder zodat ik de snelheid wat op kon voeren. Maar ineens dook een jong konijntje de weg op. Het was te laat, ik kon hem niet meer ontwijken. Ik vond het zo zielig. Huilend heb ik Wim toen wakker gemaakt, dat ik een moordenaar was en een lief jong konijntje had vermoord. De blik in Wim’s ogen was voldoende. Ik moest me niet zo aanstellen.

Gelukkig zijn wij bespaard gebleven van verdere aanrijdingen (afkloppen…). Dus als je zo de weg opgaat, rij voorzichtig.

maandag, juli 19

Vanmorgen vloog ze nog

Vanmorgen zat ik weer helemaal in mijn oude stramien van slapen, werken, vanavond weer naar huis gaan, eten, slapen… etc. Nog een weekje en dan heb ik gelukkig een weekje vakantie.
 
Met een slaperig hoofd pakte ik een van de laatste Metro’s uit de bak. Ik moest een beetje doorlopen want ik was wat aan de late kant en had nog anderhalf minuut voor de trein zijn fluitsignaal zou geven en van Station Lelystad zou vertrekken. Ik settelde mij op mijn favoriete plekje, het klapstoeltje op de bovenste verdieping van de dubbeldekker. De Metro was vandaag vrij dun en stond bovendien gevuld met flutnieuws dus die had ik binnen no-time aan de kant gelegd.
 
Ik tuurde wat naar buiten en mijn gedachten vlogen alle kanten op. Plotseling viel het mij op, er zaten verfspetters op het raam. Mooie donkerrode verf… Maar het duurde even voor het kwartje viel. Dit was geen verf, aan de kleur en het patroon van de spetters te zien moest dit opgedroogd bloed zijn. Waar kwam dit vandaan? Dit was zeker niet van een zelfmoord-konijn dat een aanloopje nam, hoog met de trein in aanraking kwam en er van mijnheertje Langoor niets meer overbleef van een bloedvlek en dwarrelende pluisjes. Nee, dat kon het niet zijn. Het moest een vogel zijn geweest. "Vanmorgen vloog ze nog", was het eerst wat er bij mij opkwam. Het was vast een jong vogeltje geweest, nog maar net een paar dagen uit het nest. "pas je goed op met oversteken", had mama Vogel nog getjilpt. "Ja mam" tjilpte het jong verveeld terug. U weet hoe het gaat. "Zoals de ouders zongen, zo piepen de jongen" gaat helaas niet op voor uitvliegend kroost. De jonge Vogel vloog heerlijk door het open land, over akkers, langs wegen, langs het spoor, langs…. Flatsj.. Tegen het gevaarte dat met 140 km/sec. voorbij zoefde. Veel zal hij er niet van gevoeld hebben en het rood van zijn bloed vermengde zich met het hippe geel en blauw van de trein… Vanmorgen vloog ze nog! Ja, de trein is een wreed vervoersmiddel.

zondag, juli 18

Six Wesps

Vandaag moest een dag worden van lol en plezier. Dan heb je mazzel dat je dicht bij een pretpark woont en ook in het bezit bent van een seizoenspas. Dus, zus en gezin opgetrommeld en met zijn vijven richting Veluwemeer vertrokken, naar Six Flags. Het weer was niet echt geweldig. Het zonnetje bleef weg en de lucht zag er wat deprimerend en grauw uit. Niet echt het weer waarbij half Nederland lekker in het pretpark hangt. Dat viel bij aankomst best wel tegen. Het was redelijk druk op de parkeerplaats, dus moesten we een eindje lopen naar de entree. Binnenkomen bij Six Flags is bijna al een attractie op zich, want bij de entree staat die oude man die van de kaartjes controleren al een hele show maakt. Altijd heel grappig hoe hij de mensen in de maling neemt. Ook mijn pas wordt overdreven uitvoerig gecontroleerd, maar voor de rest worden met mij geen geintjes uitgehaald.
 
Dit zou best wel eens het laatste jaar kunnen zijn dat wij voor een habbekrats een seizoenspas kunnen kopen, want het park is onlangs verkocht aan een ander bedrijf. Alle Six Flags parken in Europa trouwens, met uitzondering van die ene bij Barcelona. Op het internet gaan al een aantal geruchten de ronde hoe het nieuwe park gaat heten. Ik heb trouwens een goede en toepasselijke naam gevonden, Six Wesps. Wat namelijk een leuk uitje in het pretpark moest worden werd in werkelijkheid bijna een nachtmerrie. Het park was vergeven van de wespen. Het leek ook bijna een scène uit een oude horror-film. Overal om mij heen zag ik mensen om zich heen slaan of op de loop gaan voor die beesten. Vooral in de buurt bij de afvalbakken was het raak, tientallen van de beesten zwermde in en uit de bakken. Zelf ben ik ook als de dood voor die beesten, net zoals mijn zus, zwager en nichtje. Regelmatig trokken wij een spurtje, maar deze zwart-gele belagers waren zeer volhardend en zette de achtervolging in, landde op je hoofd of vlogen tegen je neus aan. Prettig is anders.
 
Wij probeerde onze zinnen te verzetten in El Rio Grande, je kent ze wel. Die bakjes op luchtkussen waarbij je een “woeste rivier” afvaart en heel hard lacht als iemand anders nat wordt. Ik ben hier al menige malen in geweest en de woeste rivier stond altijd garant voor veel leedvermaak. En ach, als ik zelf nat werd kon ik er ook wel om lachen. Maar dit keer verliep alles anders. Er stond namelijk een zeer jong en ambitieus opzichtertje die de bakjes volpropte met de volle 8 personen of de mensen het wilde of niet. Dus ongevraagd kregen ook wij 3 vreemde mensen in onze bakjes. Zo’n band bestaat uit vier bakjes voor 2 personen. Nu ben ik vrij lang en redelijk breed en de bakjes uiterst krap, dus zat ik opgepropt in het bakje naast een wild vreemde. Okay, daar gingen wij, van de glijbaan af richting de woest kolkende river. Van wat er toen gebeurde schrok ik mij wild. Het bakje van mijn zus maakte bij het te water gaan zo’n diepe duik in het water, dat een deel van haar bakje onder water verdween en het water kolkte naar beneden. Even had ik het gevoel of we gelijk de Titanic naar de bodem zouden zinken terwijl Celine Dion vanaf de oeverkant “My heart will go on” zou kwelen. Gelukkig kwam het bakje weer boven water, maar mijn zus en de vreemde meneer in haar bakje hadden dus een de schrik van hun leven en waren vanaf hun middel zeiknat. Het was duidelijk dat de luchtkussens wel wat meer lucht kon gebruiken. Want onderweg werd regelmatig veel water geschept. Wij kwamen dus allemaal met een kletsnatte broek en behoorlijk geschrokken uit de bakjes. Wij hadden het volkomen gehad, met natte broek en een kolonie wespen in ons kielzog vertrokken wij uit Six Flags. Voorlopig heb ik wel weer genoeg “plezier” gehad.


zaterdag, juli 17

Montezuma’s Revenge

Ik zie ballen!!! Gele, groene, gele, blauwe en witte. Ik doe mijn ogen dicht en zie ze in een rijtje voorbij schuiven. Jawel, sinds een aantal weken zijn wij hier verslaafd aan een computertje spelletje.Zuma is de naam. De bedoeling van het spel is om een rijtje van ballen die in bepaald traject volgt weg te schieten, voor deze het einde bereikt. De ballen hebben verschillende kleuren en ze verdwijnen alleen als er drie van op een rijtje liggen.
 
Vroeger had ik de computer lekker voor mij alleen, de computer hoeft voor Wim niet zo heel erg. Maar dit spelletje vindt hij heel leuk en dat is balen want vaak is de computer nu “bezet”. En met een schuin oog kijk ik af en toe of Wim niet naar het toilet moet of zo, zodat ik snel zijn plekje kan innemen onder het mom van “weggegaan is plaats vergaan.” Ondertussen zijn we beiden ervaren Zuma-spelers, maar op een gegeven moment zaten we beiden vast op een rot-level, level 9. Zeer frustrerend! Van de week stond ik in de keuken, toen er een schreeuw uit de huiskamer kwam. Wim was voorbij level 9, voorbij level 10, voorbij level 11. Als een boer met kiespijn heb ik hem gefeliciteerd, maar van binnen zat ik mij te verbijten.
 Nu kan ik heel goed tegen mij verlies, maar normaal ben ik degene die altijd wint met computerspelletjes. En nu ben ik verslagen door…. Een digibeet… Het is toch te zot voor woorden. Vandaag moest Wim werken. De computer was dus lekker voor mij alleen. Vanmiddag ging ik er even goed voor zitten… Verstand op nul en geheel geconcentreerd stortte ik mij op de ballen. Level 9-1, 9-2, 9-3, 9-4, 9-5… en weer af…. Dit is toch ongelofelijk… Woest klik ik het spelletje weg en net op dat moment gaat de telefoon. Wim aan de andere kant. Op een sarcastische toon: “Wil het een beetje lukken met Zuma”? Hoe krijgt die jongen het toch voor elkaar, is hij telepathisch of zo? Ik besluit om niet te rusten voor ik voorbij level 9 ben. Met het zweet op mijn voorhoofd tuur ik naar het scherm en zie de ballen voorbij komen. Met vaste hand doorloop ik de levels… 9-7, ik zit nu de laatste ronde van level 9 en heb geen levens meer… Mijn hart zit in mijn keel, ik moet het.. ik moet het… JJJJJAAAAAAA!!! Yes, yes, yes… Ik ben blijer dan een kind. Het lijkt verdorie wel of ik het Asteken goud van (Monte)zuma heb gewonnen. Ik geef toe, ik ben een klein beetje verslaafd… maar voorbij level 9.

vrijdag, juli 16

Het is stil aan de overkant

Het is kwart voor acht. Na drie dagen ziektewet is voor mij de tijd weer aangebroken om aan de arbeid te gaan. Ik kijk nogmaals op de klok. De hoogste tijd voor mij om weg te gaan anders mis ik mijn bus. Met een klap zwaait de deur achter mij dicht. Ik kijk de straat in, de colonne caravans die van de week in de straat stonden zijn nu bijna allemaal weg. Ik loop mijn straat uit. En opeens valt mij op hoe rustig het is. Geen huispappie’s die op die drempel hun vrouw een kusje geven, het kind braaf op het hoofdje klopt om vervolgens met een spurt de woonwijk uit te rijden. Geen fietsende kinderen die nog snel door moeten trappen omdat ze anders te laat op school komen. Ik ben alleen, helemaal alleen. En ineens heb ik het idee dat ik mij in een slechte horrorfilm bevind, je kent ze wel. Waarbij de hele bevolking is opgegeten door zombies, waardoor jij de enige overlevende bent en achter elk hoekje zo’n vleesverscheurend lijk staat in verre staat van ontbinding klaar om je met huid en haar te verslinden. Ik kom aan bij de hoek van de straat, onwillekeurig kijk ik toch eerst voorzichtig om het hoekje, maar daar is het ook al leeg. In de verte doemt de bushalte al op. In de bus ben ik de enige passagier. Ja, vind je het vreemd? Half Nederland is, al dan niet met caravan, op zoek naar de zon en zit nu bruin te bakken aan de Cote de Weetikveel. Ook bij het station is het rustig, in de trein heeft de kudde schoolgaande kinderen plaats gemaakt voor een stelletje dagjesmensen. Vooral opvallend veel ouderen. Vertrekken we in Lelystad nog met een half lege trein, tijdens de haltes in Almere vult de trein zich behoorlijk. Kennelijk wonen in Almere de bikkels die wel gewoon naar hun werk moeten. Ik zit prinsheerlijk op mijn klapstoeltje op de eerste verdieping van de dubbeldekker en kijk neer op de mensen die op het balkon staan. Lekker ongegeneerd mensen kijken maar bij halte Diemen-Zuid moet ik er alweer uit. Als een mak schaap laat ik mij met de kudde meedrijven naar de kantoren die al voor onze ogen opdoemen, klaar voor weer een dag arbeid. Ik wil ook met vakantie!

donderdag, juli 15

Sneupen

Wim houdt van sneupen. Nee, je kan het niet eten en het is ook geen sport. Voor ik Wim leerde kennen had ik nog nooit van het woord gehoord. Schijnbaar is het een echt Fries woord. Sneupen betekent lekker neuzen in tweehands winkels, rommelmarkten en antiek-winkeltjes. Zelf heb ik geen zin om tussen andermans “afval” te gaan rommelen. Ik ben meer het type van de Mediamarkt of Free Record Shop, waar Wim zich dan weer stierlijk verveelt. Nu heeft Wim de kringloopwinkels ontdekt. Op weg van werk naar huis komt hij er maar liefst twee tegen en regelmatig komt hij te laat thuis en dan weet ik wel hoe laat het is. Mijnheer is wezen sneupen. Ondertussen vult ons huis zich met de rommel van een ander, zo zie ik het. Wim ziet dat natuurlijk anders. Gisteren was het weer zo ver. Ik werd gebeld met de melding dat hij een aanbouw voor onze CD-kast had gevonden. Het was “maar” 30 euro.. Wat moest hij doen? Tja, hoe kan ik nou nee tegen hem verkopen? Zo’n kind gun je toch een Fanta? Dus staat er nu een CD-kast in delen in de woonkamer. Net kreeg ik een telefoontje van Wim.
“Oh ben je nog thuis?”
“Ja, ik voel mij nog niet echt lekker, ik ga morgen weer aan het werk.”
“oh okay, zeg wil jij de CD-kast even leeg ruimen?”
“Pardon?”

Een cd-kast is okay, maar deze arme jongen die nog ziek, zwak en misselijk is aan de dwangarbeid zetten is toch het toppunt.

woensdag, juli 14

Popie Jopie

Een zomergriepje heeft ook zo zijn voordelen en dus heb ik gisteren lekker op de bank DVD’tjes liggen kijken. Als hobby recenseer ik DVD’s bij DVD-home, een zeer leuke hobby. Van diverse maatschappijen krijgen wij DVD’s toegestuurd om te recenseren. Sommige zijn leuk, andere minder. De leuke DVD’s kijken we meestal direct en zo liggen er in de kast nog een aantal DVD’s die ik liever aan de kant schuif. Maar ook deze moeten gedaan geworden. Gisteren dus maar een kruisje geslagen en de DVD gepakt waar ik al lang tegenaan zit te hikken: Een dubbel-DVD over paus Johannes Paulus II.

Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik het niet zo heel erg heb op het instituut “kerk” en dan voornamelijk op het Vaticaan. In het verleden zijn er menige gruwelijkheden gepleegd en oorlogen begonnen uit naam van de kerk. De schatkamers van het Vaticaan liggen vol met kunstobjecten etc. met een waarde waar je van schrikt al dan niet op eerlijke manier verkregen. Bovendien ben ik het niet eens met een groot aantal standpunten van het Vaticaan met oog op bijvoorbeeld de geboortebeperking en hun mening over homofilie. Ik was dus voorbereid op het ergste, maar goed. Ik voelde me toch nog belabberd door de griep, het bekijken van de DVD zou weinig extra schade kunnen berokkenen. En je gelooft het niet, maar ik vond de DVD zowaar interessant. Er werd verteld over de jeugd van de paus, zijn leven tijdens de tweede wereldoorlog en meer. Ook blijkt de Paus een pion te zijn geweest in de strijd van Amerika tegen het communisme. Veel dingen die ik niet wist. Geen verheerlijking van de kerk, neutraal en goed verteld. Soms kan je aangenaam verrast worden. Op naar de volgende DVD uit het rijtje…

dinsdag, juli 13

Ik ben verkouwe!!!!

Vandaag maar even een kort logje. Gisteren voelde ik het al langzaam opkomen. Maar vandaag ben ik dus echt geveld door een soort van zomergriepje. Mijn benen voelen van rubber, mijn hoofd zweeft door de wolken en een algeheel gevoel van "Yuck". Vanmorgen toch maar ziek gemeldt, de hele ochtend liggen slapen. Terwijl ik hier aan het loggen zit werk ik met tegenzin een boterham met kaas naar binnen. Nee, ik heb mij beter gevoeld. Ik ga weer naar bed... Maak er vandaag nog wat van, ik sla even een dagje over.

maandag, juli 12

Nu het om haar gaat

Muziek is mijn leven. Als zolang ik mij kan heugen was ik in de weer met muziek. Op mijn derde jaar wist al ik de platenspeler van mijn oma te bedienen. Je kent ze wel, die grote kasten waarin een platenspeler zat. Helaas was het repertoire beperkt tot Mien mag ik je poesje even zien en Janus pak me nog een keer. Mijn andere oma had ook een platenspeler en haar collectie bestond uit het gehele werk van de Zangeres Zonder Naam. Gelukkig is het later nog wel goed gekomen met mijn muzikale voorkeur hoewel de ZZN altijd een speciaal plekje in mijn hart heeft. Ik kon als klein jongetje altijd heerlijk mee snotteren met die onvervalste smartlappen zoals Ach vaderlief, toe drink niet meer en Achter in het stille klooster.

Wie had ooit kunnen denken dat ik 30 - 35 jaar later nog steeds in tranen kan losbarsten om een liedje. Vanavond was het weer zover. Ik had mijn mp3-collectie op shuffle gezet. En onverwachts kwam hij weer voorbij... HET nummer. Het enige nummer dat ik niet kan horen zonder in janken los te barsten. Het liedje brengt mij terug naar 1995. Mijn moeder ligt zwaar ziek in het ziekenhuis. Hier in Lelystad weten ze niet wat ze er mee aan moeten en als ze haar een paar weken hebben laten weg teren wordt ze eindelijk naar het VU overgebracht. De diagnose is al bijna dezelfde dag bekend. Lymfklierkanker. Mijn moeder is ondertussen al ernstig verzwakt. Heeft zware koorts en pijn. Toch moet ze nog een paar onderzoeken ondergaan. Pijnlijke onderzoeken. Ik moet de kamer uit en op de gang hoor ik hoe mijn moeder het uitgilt. Mijn hart draait om. Als de uiteindelijke uitslag bekend is, denkt ze niet eens aan zichzelf. Nee, haar gedachte gaan naar mij uit. Hoe moet het met mij verder als ze er niet meer is. We durven eigenlijk beiden niet erover praten, het komt toch immers allemaal weer goed? Maar het komt niet goed. Nooit meer. De koorts eist zijn tol en haar gedachten worden troebel. Ze heeft het warm, heel warm. IJs, ze wil alleen maar ijs. Maar dat mag niet van de zuster. De boom in met jullie, denk ik. Hoe kan ik mijn moeder die daar hulpeloos in dat bed ligt nou een waterijsje weigeren? Als ik weer boven kom is het waterijsje het enige dat bestaat, ze sabbelt aan het ijsje als een kleine baby.. Afkoeling... Maar lang helpt het niet en weer prevelt ze dat ze het zo warm heeft en slaat de dekens van zich af. Dat ze van onderen naakt in bed ligt heeft ze niet in de gaten. Ik kan wel janken.

De dokters adviseren een zware chemokuur, die haar enige redding kan zijn. De volgende dag wordt er gestart maar mijn moeder krijgt ademhalingsproblemen en wordt in een kunstmatige coma gebracht. Maandagochtend wordt ik gebeld. Het gaat niet goed met mijn moeder, we kunnen maar beter direct komen. Mijn broer, zus, oma en ik haasten ons haar het ziekenhuis. De weg door de gangen heen lijkt eeuwig te duren. Dan komen we op de zaal. Daar ligt ze, klein en hulpeloos in dat grote bed. Om haar heen zie ik alleen maar slangetjes. Ik begin ze te tellen: 1, 2, 3... Het zijn er te veel. Uit het bed komt een raar geluid, een soort rochelen en grommen. Ze beweegt haar hoofd op en neer. Woorden schieten te kort. Ik pak haar hand beet. Ze zijn ijskoud en blauw. We worden in een kamertje geroepen bij de dokter. Deze legt uit dat het aflopende zaak is en wat wij willen. Mijn moeder heeft altijd gezegd dat ze niet wil lijden. En lijden doet ze nu zeker. Zonder te overleggen met mijn broer en zus, floep ik eruit of ze alsjeblieft hier een einde aan willen maken. Maar mijn broer heeft andere gedachte, maar voor we een meningsverschil krijgen roept de zuster ons. Het is tijd. Wij staan rond het bed, afscheid nemen gaat niet meer. Ik pak haar hand vast en zeg dat ze alles los moet laten, dat wij van haar houden en dat ze ons moet opwachten als onze tijd komt.

Ondertussen is dit negen jaar geleden, maar als ik HET nummer hoor komen al die herinneringen weer terug. Herinneringen vol pijn, waar zijn die leuke herinneringen? De lol die we gehad hebben. Dat kan mij momenteel niet schelen. Ik hoor het nummer en heb verdriet. Intens verdriet...

Nu het om haar gaat
Rob de Nijs

Ik ben nooit zo'n held geweest
Bij ziekte of problemen
Als het stormde om mij heen
Was ik meteen verdwenen
Pijn daar huiverde ik van
Geen tranen op mijn schouder
Ik ben god niet maar een man
Geen held maar wel veel ouder
Maar nu het om haar gaat
Nu het om haar gaat
Nu haar bed in het donker staat
Is het zo dichtbij, brul ik als een leeuw in nood
Wordt mijn kracht oneindig groot
Voel me sterker dan de dood
Nu het om haar gaat

Zij heeft nooit iemand kwaad gedaan
Wat wil de hemel zeggen
Dat ik haar hand moet laten gaan
En bloemen naar moet leggen
Oh nee, ik daag de goden uit
Als zij de moed opgeven
Kus ik de kleur terug op haar huid
Mijn armen rond haar leven
Nu het om haar gaat
Nu het om haar gaat
Nu haar bed in het donker staat
Is het zo dichtbij, grijp het licht en breng het haar
Ik eis het wonder op voor haar
Want God, ik kan niet zonder haar
Nu het om haar gaat

Brul ik als de leeuw in nood
Wordt mijn kracht oneindig groot
Ik ben sterker dan de dood
Nu het om haar gaat

Nu het om haar gaat
Nu het om haar gaat
Nu haar hart zo moeizaam slaat
Het einde zo dichtbij

Smoke gets in your eyes

Paula is gestopt. Gestopt met roken. Ik heb zelf gelukkig nooit gerookt maar ik heb van meerderen begrepen dat stoppen geen pretje is. Zaterdagavond avond laat heeft ze haar laatste peuk gerookt en daarna alle sigaretten weggegooid. Heel dapper van haar. Het is trouwens niet de eerste keer dat ze gestopt is, een aantal jaren geleden ook al. Met veel pijn en moeite was ze toen gestopt, ze heeft het meer dan twee jaar vol gehouden. Helaas kreeg ze toen kennis aan nieuwe vrienden die wel rookte. En deze jongen bleef volharden om haar een sigaret aan te bieden. Persoonlijk snap ik dat niet. Het is toch algemeen bekend dat sigaretten schadelijk zijn en je levensduur verkorten. Ben je dan een vriend als je aandringt om iemand tot het roken aan te zetten? Ik vind persoonlijk van niet, maar zal er verder geen oordeel aan geven. In een zwak moment heeft ze dus toegezegd en de verslaving naar het nicotine-stokje stak weer de kop op. In het begin een paar sigaretten per dag tot op het laatst anderhalf pakje per dag. Maar nu van de een op de andere dag is ze cold-turkey gestopt. Heel knap. Maar zoals het bij echte verslavingen gaat heeft Paula last van ontwenningsverschijnselen. Dit gaat gepaard met zweetaanvallen en een rothumeur. Zondagochtend sprak ik Paula even via MSN en het bleek dat ze het zwaar had. Eigenlijk moesten we op verjaardagsvisite maar een vriendin in nood laat je niet in de steek. Dus Paula gebeld en op een toon die geen tegenspraak duldt gezegd dat ze over een uur klaar moest staan. Zo pak je vervelende meisjes aan! Ook haar man Gerard had ik aan de telefoon om te vragen of hij ook mee wou. Maar die zei mij iets te snel “Nee dank je” en aan het ondertoontje hoorde ik dat hij al lang blij was een paar uur van een sikkeneurige Paula af te zijn. Een uurtje later stonden we bij Paula voor de deur. Ze wist nog helemaal niet waar we naar toegingen. Het is altijd leuk om iemand te verrassen.

De rit gaat uiteindelijk naar Giethoorn, het Nederlands Venetië. Nee, wij gaan niet als een stelletje debiele toeristen door de smalle grachtjes varen terwijl men links en rechts door busladingen Japanners wordt gefotografeerd. Nee, het doel van onze reis is De Oude Aarde, een museum/winkel die gespecialiseerd is in edelstenen en mineralen. Zowel Wim als Paula zijn idolaat van “steentjes” en aangezien die dingen toch een heilzame werking hebben, hoop ik ook stiekem dat het Paula opbeurt. En ja hoor, Wim en Paula hebben zich uitstekend vermaakt. Alleen de portemonnee van Paula was niet zo blij want ze kocht bijna de hele winkel leeg. Als afsluiter zijn we in Lelystad nog naar Take Five gegaan en hebben ons te goed gedaan aan een heerlijke maaltijd. En Paula? Paula had tenminste een dagje minder ontwenningsverschijnselen.

zondag, juli 11

Aan het strand stil en verlaten

Zoals ik in mijn vorige log al schreef, gisterenavond hadden we de verjaardag van Jelly. Het was gisteren niet druk. Jelly had de meeste visite de dagen ervoor al gehad en op de zaterdagavond waren alleen Frank, Ronald, Jutta, Wim en ik er. Ronald en Jutta moesten werken dus die waren vrij laat. Jelly had voor Frank en ons gekookt. En ja hoor, zoals altijd komt het onderwerp van het gesprek op onze vakantie van 3 jaar geleden. Sinds een aantal jaren zijn Wim en ik echte Denemarken-gangers. Bijna elk jaar huren wij in Denemarken een huisje voor een spotprijsje. Wij nemen dan meestal een huisje voor 12 personen want dan heb je er een eigen zwembad, whirlpool en sauna erbij. Ik moest dus 12 personen bij elkaar sprokkelen. Dat was nog moeilijker dan ik dacht. Frank ging mee met een vriend, Paula en haar man Gerard, Jelly, Ronald, Wim en ik. Maar we moesten nog 4 personen bij elkaar sprokkelen. Mijn neef Ronald had nog een vriend A1. die mee wou met zijn man A2. en die twee wisten ook nog wel 2 meisjes die mee wilde. Okay, ploeg compleet. Denemarken here we come.

Maar…. De vakantie verliep niet zo perfect als gedacht. Ondanks alle afspraken etc, bleken A1. en A2. er andere gedachten op na te houden. Het begon al met de reis. A1 &A2 en de twee vriendinnen besloten niet met de rest op te rijden. Okay, vrijheid blijheid. Onze ploeg kwam als eerste aan, de spullen werden uitgepakt, kamers verdeeld, onderweg hadden wij al de eerste boodschappen gedaan voor de diner in de avond. En daar kwamen dan ook A1 & A2 aangereden. Groot was onze verbazing dat ze een aantal manden met boodschappen bij zich hadden. Wij hadden tenslotte afgesproken dat wij een huishoudpot zouden maken en dat er gezamenlijk geontbijt zou worden en gedineerd tenzij iemand af zou bellen, voor de rest kon iedereen zijn eigen gang gaan. Nu had A2. zich al niet echt populair gemaakt op de besprekingen in Nederland. Op de opmerking dat er om de beurt gekookt zou worden, werd bits medegedeeld dat A2 niet wenste te koken. Maar goed, A2 kwam binnen met de boodschappen voor de hele week en zijn eerste woorden waren: De bovenste deel van de koelkast is van ons…. Pardon en welkom binnen. De toon van de vakantie was gezet. De sfeer was te snijden. Er volgde nog een heleboel incidentjes maar laat ik daar maar niet over uitweiden. Meesterlijk was de opmerking van Jelly ’s avonds aan tafel dat ze A2 asociaal vond in de zin van niet sociaal.

Opmerkelijk is dat een gezamenlijke “vijand” een band schept met je medestanders. De groep werd verdeeld in twee kampen. A1 en 2 en de 2 meisjes die verplicht zich bij de twee jongens moesten aansluiten omdat ze anders terug vanuit Denemarken moesten lopen en het andere kamp waren de andere 8. Hoewel er tijdens de vakantie regelmatig spanningen waren is het toch een van de leukste en meest spraakmakende vakanties aller tijden geworden. De resterende 8 personen gingen gewoon zo innig en prettig met elkaar om. We hebben gelachen, gepraat en gehuild. En de vakantie had nog een zeer prettige verrassing voor mij in petto. Want een van de dagen gingen we naar Skagen. Dat is het Noordelijkste puntje van Denemarken. Hier komen twee zeeën bij elkaar en als het weer niet te ruig is kan men duidelijk een scheiding tussen de twee zeeën zien. De ene zeekant van de kaap is licht en de andere donker. Wij gingen met het groepje van 8 dus naar Skagen. Dat is best nog wel een eindje rijden maar dan ben je er nog niet want je moet ook een stuk door de duinen en over het strand lopen. Heerlijk als je eenmaal langs de branding loopt maar dat mulle zand hoeft van mij niet. Maar eindelijk waren we er. Het weer was wat ruig dus de spreiding van de zee was niet zo duidelijk te zien. Ik stond heerlijk van de zee te genieten, heerlijk hoe het ruizen van het water en de wind je energie geeft. Plotseling staat Wim tegenover mij en hij kijkt heel serieus en zenuwachtig. Hij neemt een hap adem: “Jef, zoals deze zeeën tegen elkaar botsen, zo zijn ook onze leven tegen elkaar gebotst en zoals het water samen in een stroomt, wil je dan ook met mij een worden……..” In zijn hand heeft hij een doosje die hij open maakt en daar zitten twee ringen in. Mijn God, ik word ten huwelijk gevraagd. Mijn hart klopt in mijn keel, tranen stromen uit mijn ogen en ook Wim houdt het niet droog. Ik zeg “ja” en huilend vallen wij elkaar in de armen. Plotseling herinner ik onze beste vrienden nog en kijk opzij en daar staan ze op een kluitje. Wat is het toch bijzonder om ten huwelijk te worden gevraagd in bijzijn van je beste vrienden. En ook zij houden het niet droog. En het water van de twee samengestroomde zeeën worden die dag ook nog eens vermengd met onze vreugdetranen. Je begrijpt natuurlijk dit later gevierd werd met champagne. Een vakantie om nooit te vergeten.

zaterdag, juli 10

Bij ons in de Jordaan...

Vandaag heb ik een lekker druk Amsterdams dagje achter de rug. Ondertussen heb ik de PC van vriendin Jelly even overgenomen om mijn logje voor vandaag uit te werken. Want vanavond vieren wij de verjaardag van Jelly. Jelly woont in Beverwijk en aangezien Amsterdam mooi op de route ligt konden wij meteen even mijn oma met een bezoekje verblijden en daarna Frank oppikken die met ons mee zou rijden naar Jelly. Maar ik had ook nog een ander uitje in gedachten want al enkele weken wil ik eens naar de Noordermarkt die zich rond de Noorderkerk bevindt. Deze markt is gespecialiseerd in biologische producten, dus kaas, brood, groente en fruit, kruiden etc. Dat leek Frank ook wel wat dus hadden wij afgesproken dat wij hem om 12 uur zouden komen halen.

Maar eerst dus naar mijn oma in die in verzorgingshuis woont. Wij zijn er op de bonnefooi naar toe gegaan. Mijn oma is 83 jaar en nog goed van geest. Wij nemen de lift naar de derde verdiepingen en bellen bij haar aan... Niemand thuis. Nee he. We druipen dus maar weer af richting lift. Maar als wij net in de lift staan hoor ik het bekende Jordanese stemgeluid van mijn oma. Jawel, mijn oma is opgegroeid in de Jordaan en dat is nog duidelijk te horen. Wij stappen dus de lift weer uit en tegelijker tijd stapt mijn oma uit de andere lift. Ze kijkt ons aan, maar het dringt in de eerste seconden niet door dat wij voor haar staan. Dan valt het kwartje. Oh jongens, wat vindt ik dat leuk... Kom snel binnen. Oma is altijd blij als haar kleinzoons komen. Ik heb gelukkig een oma die probeert mee te gaan met haar tijd. Ze had er dan ook helemaal geen problemen nrr toen ik voor mijn homoseksualiteit uitkwam en met Wim aankwam. Met veel liefde werd ook hij door haar geaccepteerd als volledige kleinzoon. Wel kon ik door de grond zakken toen ik voor het eerst met Wim bij haar op visite kwam en ze op serieuze toon vroeg: En wie is nu het vrouwtje? Oh, volgens mij is Jef dat wel! (Reactie Jef: Niet waar). Maar ach, nu kan ik daar wel om lachen. Oma was dus volledig in haar nopjes dat we er waren, dus ben ik even langs de bakker gegaan om gebak te halen. Hoewel ze normaliter amper wat eet, ging het gebak er in als koek.

Met een kleine vertraging van 15 minuten kwamen we bij Frank aan. We pikte hem op en zette de auto net buiten de betaalzone neer. Ik heb geen zin om zo’n 2 euro per uur te gaan betalen om te parkeren aan de rand van de stad. Dus de auto verder geparkeerd waar het nog gratis is en naar de tramhalte gelopen. Natuurlijk ging de tram net voor onze neus weg. Plotseling valt onze oog op een zenuwachtig ogend mannetje dat bij de halte staat. Dik in de 40, kalend, spitse neus en een bril die in de jaren zestig niet had misstaan. Plotseling begint hij te rennen. Hij rent hard aan ons voorbij. Wat doet die vent? De tram is nog in geen velden of wegen te bekennen. Maar vanuit de tegenovergestelde richting komt er een andere tram aan. De kale man haalt zijn foto toestel te voorschijn en begint als een gek foto’s te maken van de aanstormende tram. Wanneer de tram op de halte tegenover ons is gearriveerd wordt het voertuig vanuit alle kant driftig gefotografeerd. En dan zet de tram zich langzaam in beweging, de man schrikt en rent naar voren, terwijl hij aan ons voorbij schiet voel ik een windvlaag langs me heen gaan. Goedkope aftershave denk ik. Past bij de man. Hij heeft er duidelijk de pee in dat hij niet meer foto’s kan maken. Gelukkig hoef ik niet meer aan hem te denken want onze tram komt eraan, die net zoals altijd weer overvol is.

Vanuit de verte doemt de Noordermarkt op, eindelijk. Ik heb mij al helemaal ingesteld op heerlijk geurend brood, fruit etc. Maar wat een domper, ik loop door de eerste rij kraampjes maar het enige wat ik tegenkom zijn oude kleding, tweedehands cd’s en antiek. Ja, Wim is danig in zijn nopjes, die houdt wel van antiek en neust tussen al die spullen. Maar ik ben zwaar teleurgesteld. Met pijn in mijn rug van de lange tippel van de Dam naar de Jordaan en teleurgesteld plof ik op een bankje naar een mevrouw met hoofddoekje en kind. Ik kijk uit op een speelterrein en zie hoe een aantal kinderen aan het spelen zijn bij een klimrek met glijbaan. Mijn ogen glijden af naar die kinderen die nog heerlijk onbedorven met elkaar spelen. Het weer is prachtig en het is een mooi plaatje. Dan komt er een klein kind aangerend dat mee wil spelen. Nou ja spelen, het kleine blonde meisje van 4 jaar terroriseert de hele boel. Hard gillend en met wilde blik in de ogen rent het kind achter twee andere meisjes aan die zeker een paar jaar ouder zijn. Ze schrikken van dit jonge wilde wief en eentje vlucht in de touwen maar het doldrieste kind laat zich niet afschepen en wild schreeuwend pakt ze het vluchtend meisje bij de broek die al snel op de enkels hangt. De moeder van het rare kind zit erbij en kijkt erna.

Ondertussen lopen we verder over de markt. Gelukkig heb ik mij vergist want in het deel waar ik nu loop staan wel de kaas, groente en brood-tentjes en al snel struin ik van het ene kraampje naar het andere. Ik zie zoveel lekkere dingen. Al snel heb ik een pond biologische kersen, verse melk uit de boerderij, linde-honing en kiwi-jam in mijn tas. Maar we moeten ook nog even op zoek naar een cadeautje voor Jelly. Op de eeuwenoude vraag “Wat wil je voor je verjaardag?” antwoordt ze met het sluwe “Iets dat kenmerkend is voor onze vriendschap”. Ja hallo, lekker vaag. Wat moet je daar nu mee? Jelly’s relatie is nog niet zo lang geleden verbroken en sinds die tijd heeft ze zich verdiept in het esoterische en daarvan is op deze markt genoeg te vinden. Frank koopt heerlijke wierrook met een mooie houder erbij en ons oog valt op een geurkegel van Belgisch aardewerk. Aan de onderkant kan men daar esoterische olie indoen dat zich verspreidt via het aardewerk. En terwijl ik hier in de werkkamer van Jelly mijn log voor vandaag upload, vindt er boven een ware geurexoplosie van wierrook en sinasappel-olie plaats.

vrijdag, juli 9

De meeste dromen zijn bedrog

Ik sta midden in de bibliotheek en kijk om mij heen. Zo zeg, wat een enorme ruimte. Ik zoek natuurlijk de CD-afdeling op en neus lekker tussen de schijfjes. En plotseling zie ik hem, een CD van Luv’ die ik nog niet in mijn collectie heb. Hebberigheid maakt mij meester. Snel draai ik de hoes om om te kijken welke nummer er op staan. Maar mijn teleurstelling is groot, het blijkt een cd-single te zijn en er staan slechts 4 nummers op die ik al allemaal heb. Opeens moet ik nodig plassen. Ik loop door de reusachtige ruimte op zoek naar het toilet. En dan valt het mij op, als ik om mij heen kijk zie ik alleen maar oude mensen met krukken of in een rolstoel. Eindelijk heb ik het toilet gevonden en doe de deur met een ruk op. Ik beland in een halletje met twee toilettenruimtes en beide deuren staan wijd op. Op het ene toilet zit een oud mannetje met zijn broek naar beneden op de pot. In zijn hand heeft hij zijn kunstgebit die hij driftig met een klein tandenborsteltje poetst. Naast hem staat zijn vrouw, ze kijkt me aan maar zegt geen woord. Ik kijk in de andere ruimte, daar staat een oude vrouw met een looprekje dat probeert te douchen. Shit, ik moet toch wel heel erg nodig plassen, wat moet ik toch doen. Dan herinner ik mij dat aan de andere kant van de bibliotheek nog een toiletruimte is. Ik trek een sprintje want mijn blaas geeft mij weinig respijt meer. Gelukkig deze is vrij. Bril omhoog en ik begin te plassen. Maar waar is dat heerlijk bevrijdend gevoel van het legen van een volle blaas? Ik voel niks, ik kijk nog eens naar beneden en ja hoor, ik plas… Hoe kan dat nou?

Met een schrik zit ik rechtop in bed. Voorzichtig voel ik om mij heen, gelukkig mijn bed is nog droog. Maar ik moet wel nodig plassen. Met een duffe kop strompel ik naar het toilet en leeg mijn blaas. Heh, wat een opluchting. Terug op de slaapkamer kijk ik op de wakker, 6 uur. Hmmm, ik kan nog een uurtje liggen voor de wekker gaat. Eenmaal in bed denk ik na over mijn droom, het komt de laatste tijd wel vaker voor dat ik droom dat ik aan het plassen ben, gelukkig gaat het altijd net op tijd goed. Maar vandaag of morgen gaat het fout en dan wordt ons waterbed een bewaterd-bed. Misschien moet ik ’s avonds dan toch maar wat minder drinken.

donderdag, juli 8

It’s summertime…?

Na een aantal zeer warme zomers achter de rug te hebben, stelt het weer mij dit jaar een beetje teleur. Want zeg nu eerlijk, tot nu toe hebben wij een kwakkelzomer. Ik bedoel, je weet toch niet meer hoe je je moet kleden? Neem voor de grap alleen maar de weersvoorspelling voor vandaag: 21 tot 24 graden, maar tevens kans op regen, hagel en onweer… Dus stond ik vanmorgen in dubio. Trek ik een jas aan? Neem ik een plu mee? Na lang dubben toch maar eens schietgebedje gedaan en alleen in t-shirt (en broek en schoenen natuurlijk) richting het station vertrokken. Ik hoop nu niet dat ik vanavond als een verzopen kat thuis kom.

Hoewel de zomer niet echt door wil zetten, gaat het wel goed met een van de zomergruwels. Muggen. Ik schijn een heel favoriet hapje te zijn want met grote regelmaat sta ik bij ze op het menu. Van de week had zo’n onding zijn prikslurf al in het randje van mijn oor gestoken. Het gevolg: een dik en jeukend oor. Maar ook gisterenavond was het weer raak, zeker 3 – 4 gestoken en op een gegeven moment wordt je paranoïde en ik voel over mijn hele lichaam die bloedzuigers lopen. Het kan dan wel een kwakkelzomer zijn, maar op die momenten verlang ik toch echt naar de winter.

woensdag, juli 7

I see dead people

Waarom doe ik dat nou? Niet verstandig… Maar goed, ook deze keer kan ik het niet laten. Dom, dom Jefje… Je hebt alleen jezelf ermee. Maar dit keer is het Paula d’r schuld. Zij wil het, ik niet… Ik laat me niet kennen en volkomen nonchalant…. Doe ik de DVD in de speler. Ja, ik heb het hier over een filmpje kijken, maar niet zomaar een film. Nee, een horrorfilm. Wat dat betreft ben ik een echt mietje. Ik kan namelijk niet tegen spannende films. Als kind al niet. Nog regelmatig klinkt het hoongelach als mijn familie vertelt hoe ik vroeger achter de stoel wegkroop als Eucalypta in Paulus de Boskabouter over het scherm vloog. En nu is het nog niet anders. Ik leef volkomen mee met een film, dat is ook een van de reden dat ik namelijk geen drama kijk. Ik moet dan vechten tegen de tranen en voel me nog lang depri. Maar het ergste zijn dus de horrorfilms. Gisterenavond was het dus tijd voor de film 13 Ghosts, een spannend verhaal waar een gezin opgesloten wordt in een huis met een aantal moordlustige spoken. De film begint en ik heb zo’n gevoel van “dit wil ik eigenlijk niet”. Maar net zoals bij een achtbaan vindt je het eng en spannend tegelijk. En inderdaad hoor, de film kent een aantal schrikmomenten. Gelukkig heb ik hulp van mijn blaas die altijd een seintje geeft als het echt heel spannend gaat worden. “Ik moet even plassen hoor”. Dat hielp altijd goed want als ik terugkwam was het spannende stuk al voorbij. Maar tegenwoordig hebben ze de pauze-knop ontdekt zodat ik bij terugkomst alsnog mee mag genieten van de volgende onthoofding of ander gruwel. Gelukkig heb ik nog altijd de rug van Wim waarachter ik kan schuilen als het echt eng wordt.

dinsdag, juli 6

Bailja joehoe...

Sinds enige tijd wordt Nederland getrakteerd op een Tv-spotje voor het nieuwe radioprogramma van Chiel Beelen. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik nog nooit enig programma van hem heb gehoord. Maar hij schijnt dus wel “spraakmakend” te zijn. En dat geloof ik graag. De TV spot is ook spraakmakend want na het “ongelukje” van Adam Curry waar Adammetje even op TV te zien was, kunnen wij nu ook genieten van de kleine Chieltje. Alhoewel, genieten wil ik het niet noemen. Ik wordt niet echt heel warm voor een naakte Chiel Beelen. Waar ik wel warm van werd was dat leuke liedje dat op de achtergrond speelt. Maar wat is dat voor een nummer? Na even zoeken kwam ik erachter. Een Roemeense jongens-band O-Zone met 3 goed uitziende jongens die ik liever naakt zou zien dan Chiel, maar dat ter zijde. Het liedje is ook in het Roemeens gezongen en heet Dragostea Din Tei.

Heb je dat wel eens dat een liedje de hele dag in je hoofd blijft spoken? Nou, dat heb ik nu al dagen met dit nummer. Het erge is dat ik de juiste tekst niet weet dus ik zit maar een beetje “bailja hee, bailja hoo, bailja hoehoe”. Wat ergerlijk en gênant regelmatig betrap ik mij erop dat ik die belachelijke tekst hardop zit te zingen, inclusief het hoge toontje. Als je in je uppie bent is er niks aan de hand maar in een overvolle trein moet je toch uitkijken dat je niet alle aandacht op je richt. Dus diep met mijn hoofd in de krant, maar in gedachte klinkt alleen maar bailja hoehoe. Ik word soms moe van mijzelf…

maandag, juli 5

Let's work

Ik heb best wel een relaxte baan, servicedesk-medewerker bij een zeer relaxt bedrijf met leuke collega's. Maar vanmorgen was van het relaxte niks te merken. Het begon vanmorgen al. Mijn maand-trajectkaart was verlopen en ik moest bij de NS een nieuwe kaart halen. Nu heb ik tot twee keer een kaartje uit zo'n nieuw geel apparaat te halen. Het gaat prima hoor, maar aan het einde van de maand zijn deze helemaal vervaagd. Dan maar terug naar het loket, die 50 cent extra kosten maar op de koop toenemen. Maar wat scherts mijn verbazing, die toeslag geldt dus niet voor elk kaartje en abonnementen vallen hier dus ook niet onder. Dat was een meevaller.

Op het werk aanbelandt had ik minder succes. Mijn collega begint op maandag pas aan het einde van de ochtend en moest ik dus voor tienen zelf 6 computers en een beamer versjouwen en aansluiten. Nou, al snel liep ik te soppen in mijn t-shirtje, door mijn diabetes zweet ik gigantisch. Het is maar goed dat niemand mij hoorde mopperen. Maar daar liep ik door het bedrijf in een kletsnat t-shirt. En ja hoor, terug op de afdeling een aantal storingmeldingen en veel mensen aan de balie. Het is of de duvel er mee speelt.